Even voorstellen: Paulus Paradijsvogel

Stel je eens voor: je ziet ineens een engel die je vertelt dat alles zich herhaalt. Wees eerlijk. Je zou toch enorm aan jezelf gaan twijfelen en bijna gek worden? En toch: weten dat je alles al eens gedaan hebt, kan je ook vrolijk en rustig maken. Dat geluk, waarover een grote bonte specht Nietzsche ooit sprak, beleefde ik: Paulus.

paradijsvogel

Gevangen paradijsvogels broeden meestal niet. Ik wel. Dat komt omdat ik de houder van mijn kooi, de Vogelkenner, zelf heb uitgekozen. Mijn naam zou ik te danken hebben aan een neef van Napoleon, een Vogelkenner met een kleine 'v'. Van een paradijselijke kooi kan geen sprake zijn, van een republikeinse paradijsvogel wel", zou die neef tegen een van mijn voorouders hebben gezegd. Het beestje moest dus een naampje hebben. Een naampje dat, zoals zo vaak, meer over de vinder dan over zijn vondst zegt. Nee, dan mijn bijnaam: Kruid van Christus. Een naam niet alleen op mijn lijf, maar ook op mijn geest geschreven. Want was het wel toevallig dat mijn geschiedenis zich in mij zou herhalen? Een geschiedenis van gekleurde kraaiachtigen, miljoenen jaren geleden geland en daarna gekooid? Of was het juist vanwege die kooi, aan alle vogels vreemd, dat mijn opstanding wel moest volgen? Zouden de bewakers van de kooien zich niet hebben vergist toen ze dachten met mijn lijf ook mijn geest te kunnen opsluiten? Zouden zij niet onbedoeld aan mijn bevrijding hebben meegewerkt? Hoe het ook zij: in 1992 kreeg ik op staande poot mijn vrijheid terug. Op een moment waarop de Dode Zeerollen, de ozonlaag, de tijden van Noah en niet te vergeten Tsjernobyl alle aandacht vroegen. Oude voorspellingen bleken ineens actueel. Precies daarom ben ik opnieuw uit de lucht vallen. Om twee voor twaalf. Als vogel van vlees en bloed. Compleet met zijn hoop, twijfel, domheid, drift, plezier en onzekerheden. Een vogel ook die, om met de grote bonte specht te spreken, tegelijk subliem, ziek en kinderlijk is.

Als zangvogel zong ik al mijn eigen lied. Nooit aan enige kooi gebonden. Maar nu vind ik het hoog tijd om mijn snavel nog steviger te roeren. Het bos is immers bijna gekapt of op een andere manier in verwarring gebracht. En die War grijpt steeds meer om zich heen. Toegegeven: mijn optreden maakt me ook kwetsbaar. Vandaar dat ik op de rode lijst van bedreigde vogels sta. Omdat bos en oerwoud in landbouwgrond veranderen, is mijn leefomgeving niet langer veilig. Daar komt nog bij dat jagers gek zijn op mijn fraaie sierveren! Een geluk dus dat niet meer in paradijsvogels mag worden gehandeld.

Ontstaan uit gekleurde kraaiachtigen, miljoenen jaren geleden geland en daarna gekooid. Hoe dat kon gebeuren? Graag neem ik u even terug in de tijd.