DEEL 1. ONTSTAAN

In het begin schiep de Vogelkenner hemel en aarde. De aarde was nog woest en doods en duisternis lag over de overvloed. Maar de geest van de Vogelkenner zweefde over het water. Hij zei: "Er moet licht komen" En er was licht. De Vogelkenner zag dat het licht goed was en hij scheidde het licht van de duisternis.

(Vrij naar Genesis 1, 1-3)


Wat vastlag zonder dat ik er weet van had


Hemel

Het is vroeg. De grote knal die het heelal zal vormen moet nog komen. Maar gelukkig geven de sterren licht. En zo ligt al vast wat ik nog niet kon weten.

Mercurius, de boodschapper van de Vogelkenner, ziet in mij een nieuwsgierige verbinder en denker aankomen. Eenmaal wakker geschud, zal ik daaronder lijden. Vandaar ook zijn advies: "Begrijp en praat erover. Alleen zware strijd zal je over je twijfels heen helpen". En Gemini? Die verwacht in mij vooral een veranderlijke, verdeelde en bemoeizuchtig vogel. Een manusje van alles met kennis van het innerlijk. Ook hij voorvoelt mijn Liefde voor de Vogelkenner. Maar dan zoals de apostel Paulus die voelde.

Maar meer ligt al vast. Veel meer. Zo voorspelt Kreeft dat ik moeilijk los kom van mijn verleden en wil Maan mijn gedrag beïnvloeden. Vandaar hun bemoeizucht met mijn communicatie! Rust en onrust, eigenschappen die kenmerkend zijn voor een overgevoelige vogel, verenigen zich in mij. In die overgevoeligheid wil ik mij gekwetst terugtrekken. Toch, zo voorspellen Kreeft en Maan, zal ik mijn ware zelf in diezelfde overgevoeligheid nog tegenkomen.

Ook ligt al vast dat in mij een onderzoekende, ijverige en slagvaardige vogel opstaat. Onophoudelijk druk en gewetensvol in de weer. En dat ik, opgroeiend in een koud nest, veel kritiek zal krijgen. Ontspanning, minder zelfkritiek en levenslust ten spijt, ziet Neptunus mijn leven verdrietig verlopen. Als kind zal ik al in eenzaamheid baden en mijn ongeluk met moeite van me kunnen afschudden. Tot ik inzie dat gevoel het gevolg is van aangeleerd gedrag. De band met moeder zal stevig zijn, die met vader belast. Eenmaal volwassen ga ik op zoek naar de Vogelkenner.

Gemini zal ervoor zorgen dat ik in mijn huwelijk op zoek ga naar warmte en vriendschap. Thuis ga ik sterke banden aan, in de Liefde zal ik gevoelig en zacht blijken. Bij voorkeur zie ik mijn partner in een sterke rol, zodat ik een beetje op de achtergrond kan blijven.

Vast staat ook dat Kreeft ervoor zorgt dat mijn leven om mijn nest draait. Dat ik me daarbuiten verloren voel. Maar ook dat mijn geliefde eerder een vriend is. Begrip maakt onze relatie plezierig, zeker als ik bereid ben om mijn gevoel met haar te delen. Dat doe ik echter liever niet.  

Nieuwsgierig als ik ben, wil ik War volledig kennen. De Ideeënwereld is voor mij één grote speelplaats. Die ideeën maken veel in mij los en laten zien wie ik echt ben. Wat ik denk is niet wat is, maar de geest waait nu eenmaal voortdurend. Gelukkig voel ik me als ik in die geest vogels weet te verbinden.

Maan in Maagd maakt van mij een onderzoeker. Ik werk hard, slim en welwillend. Want werk is even belangrijk als degene met wie ik werk. Sterk zijn mijn herinnering en beelden, mijn fantasie is onbegrensd. Daarom moet ik mijn beelden tot rust laten komen en mijn aandacht vasthouden. Ik ben streng maar rechtvaardig voor anderen. Ook sta ik open voor ervaringen en wil ik los komen van controle. Als onderzoeker wil ik mezelf beschermen om minder risico te lopen. Omdat ik ieders inbreng waardeer, is de sfeer goed. Maar omdat ik alles ook heel goed wil doen, verlies ik mezelf in onbelangrijke details. Ook help ik anderen graag bij het oplossen van hun problemen. Omdat van mijn hulpvaardigheid misbruik wordt gemaakt, doe ik uiteindelijk teveel voor anderen en onvoldoende voor mezelf. Ik moet dus leren wanneer wel en wanneer niet te helpen. Saturnus maakt me daarin wegwijs. Ik bereik mijn doel door problemen te overwinnen. Neptunus zorgt ervoor dat ik anders ga zien. Stond Neptunus eind 1700 al in Schorpioen, tussen 1955 tot 1970 gebeurt dat opnieuw. Verborgen gevoel voor muziek en communicatie moedigen mij aan. Muziek helpt me om verborgen krachten in anderen tot leven te brengen.

Vast staat ook dat ik vanaf 2012 de kans krijg om na te denken over mijn leven en daarin het begin van iets groots te ontdekken. Wat ik ontdek, kan echter niet worden aangeraakt en me ook geen macht over anderen geven. Wel sta ik ineens veel meer voor anderen open en kan me ook beter in anderen verplaatsen. Ik zie, en nog belangrijker voel wat er in ze omgaat. Daarom ben ik beter in staat mee te leven met hun moeilijkheden. Dat ik meevoel komt omdat ik me IEDEREEN voel, iets waar de meeste vogels zich niet bewust van zijn. Ze zijn wel betrokken bij andere vogels, maar weten niet waarom. Als IEDEREEN word ik steeds nieuwsgieriger naar het onbekende. Ik wil de War opnieuw ontknopen en me sterk maken voor de Wereld. Ook wil ik weten wat ik heb geleerd en wat dit voor mij betekent. Ik neem geengenoegen meer met de waardering van anderen, maar wil me daar ook zelf in kunnen vinden. Zo niet, dan wil ik dingen veranderen. Mogelijk begin ik iets totaal nieuws, iets wat meer zin geeft. Ik wil dat mijn leven meer voor mij gaat betekenen. Wat ik nu of later ook doe, ik moet me deze ervaringen gunnen. Pas kan ik leren wat nodig is om gelukkiger te worden.

Na 2012 voel ik me geleidelijk beter. Ik ben tevreden over mijn gezondheid en hoopvol gestemd. Alles verloopt perfect, zeker met enige inspanning van mijn kant. Blijft het bij genieten, dan levert deze periode weinig van waarde op. Een periode van twaalf jaar groei breekt aan. Een tijd om nieuwe plannen te maken en werkzaamheden uit te breiden. Dit geeft meer kansen geven. Ik ontsnap aan omstandigheden die mijn ontwikkeling in de weg staan. Ik maak een reis in mijn geest en ervaar meer vrijheid. Maar ik kan mijn onbegrensde hoop ook overdrijven, waardoor ik mijn doel voorbij schiet. Daarom moet ik mezelf beheersen en mijn kathedraal.

Aarde

Gifgas verwarmt de aarde. Onder de zee barsten vulkanen uit. Hete, zachte steen verandert in koude, harde steen: de eerste werelddelen. Leven op dit land is niet mogelijk, want stof om adem te halen is er niet. Dan vinden de werelddelen elkaar. De aarde wordt kouder en in zee ontstaan kleine, levende wezens. Die maken een stofje om op adem te komen, veroveren de zeeën en eten daar andere levende wezentjes op. Nieuwe wezentjes, met een kern van waarheid, ontstaan: onze voorlopers. Intussen wordt het nog kouder. Ademhalen wordt gemakkelijker. De werelddelen laten elkaar weer los en blijven kaal en leeg achter.

Maar dan ineens wordt het heel warm. Het water stijgt enorm. In de warme zee aan de kust duiken steeds meer dieren op. Vaak zonder botten of met een beschermlaagje. Sommigen van die dieren komen nooit meer terug, anderen herhalen zich in de dieren die nog komen gaan.

Opnieuw wordt het kouder. Het water daalt en het land bij de kust droogt op. Vooral in het lage Zuiden is het nu erg koud. IJs en kleine, levende wezentjes bedekken het land. Veel dieren gaan dood en komen nooit meer terug.

Maar opnieuw wordt het warmer. De stof om op adem te komen maakt een laagje om de aarde. Stralen worden tegengehouden. Nu zijn het ineens dieren zonder wervels die de opgedroogde grond bezetten. Op de bodem van de zee worden de eerste vissen geboren, sommigen heel gehaaid. De zee stijgt. Werelddelen vinden elkaar in één groot werelddeel. In plaats van kieuwen krijgen sommige vissen longen. Ze kunnen daardoor ook op het land leven. Op dat land groeien intussen steeds meer en grotere planten, soms met echte bladeren. Zaden helpen de planten aan familie. Verspreid door de wind komt die overal te wonen.

Het blijft droog. Zelfs in het hoge Noorden en het lage Zuiden. De zee stijgt weer en het grote werelddeel breekt in stukjes. Omdat het water zo laag staat, gaan veel dieren dood en komen nooit meer terug. Planten met zaden veroveren de wereld. Boomsoorten passen zich aan de droogte aan. Veel vissen met longen sterven en komen nooit meer terug. Kruipdieren nemen hun rol over. Uit de kruipdieren die hun jongen zogen ontstaan weer dieren die hun jongen zogen. Gevaarlijke kruipdieren worden de baas. Sommige daarvan krijgen vleugels en gaan vliegen: de eerste vogels, waaronder ik. Een geschiedenis van gekleurde kraaiachtigen is begonnen, miljoenen jaren geleden geland en daarna gekooid? Weer later worden uit weer andere zoogdieren apen geboren. Ze denken, praten, lossen problemen op en zijn gevoelig. Sommige vogels vinden dat ze wel op die apen lijken.

Dan gebeurt waar de Vogelkenner al bang voor was. Met Zijn geschiedenis wordt een loopje genomen! De Vogelkenner wil ingrijpen voor het te laat is. Hemel en aarde moeten hersteld! Maar de Vogelkenner komt te laat. Steeds meer vogels bedenken kooien, waar ze families en grondgebied in opsluiten. Kooien waarin vogels samenwerken en tegenwerken.